Dit artikel is geschreven door Daniël als zijnde scriptie
Zowel wereldwijd als in Nederland zorgt de veehouderij voor bepaalde gevolgen voor het milieu, variërend van de uitstoot van broeikasgassen tot land- en watergebruik.[1] [2] [3] In een stuk geschreven door 26 wetenschappers worden acht voornaamste milieugevolgen van de veehouderij in Nederland genoemd: nutriënt-gerelateerde gevolgen voor het functioneren van de bodem, nitraatvervuiling in grondwater, vermesting in oppervlaktewater, stikstofdepositie, gebruik van pesticiden, uitstoot van broeikasgassen, water- en landgebruik.[2]
Ongeveer 70% van de Nederlandse landbouwgrond wordt gebruikt voor veevoerproductie, wat vooral leidt tot habitatverlies. Ook wordt er verwacht dat watertekorten gerelateerd aan de veehouderij zullen toenemen in de toekomst.[2] Als het gaat om nutriënten voor het functioneren van de bodem, veroorzaakt de veehouderij ongeveer 95% van het verlies van fosfaat. Gezien de veedichtheid in Nederland is het ook noodzakelijk dat een grote hoeveelheid veevoer wordt geïmporteerd, wat wereldwijd bijdraagt aan broeikasgasemissies.[2]
Het houden van dieren draagt voor 9% bij aan alle uitstoot in Nederland. Dit komt met name door rundveehouderijen. Binnen de Nederlandse veehouderij zijn vooral het houden van rundvee en varkens de grootste bijdragers aan milieuproblemen.[2]
Voedselconsumptie
Milieuproblemen gerelateerd aan de veehouderij kunnen ook aangetoond worden wat betreft voedselconsumptie. Plantaardige landbouw, in tegenstelling tot dierlijke landbouw, kan vervuiling en andere milieuproblemen tegengaan door verminderd voedselverlies, land- en watergebruik en uitstoot van broeikasgassen.[1] [3] [4] [5]
Zo is het mogelijk om te stellen hoeveel procent voedselverlies verschillende dierlijke producten veroorzaken, in vergelijking tot plantaardige alternatieven. Wereldwijd betreft dit 40% voor eieren, tot 75% voor zuivel, en 96% voor rundvlees.[4] Als voorbeeld: op een stuk grond waar 100 eenheden van een plantaardig product verbouwd kunnen worden, worden er slechts 4 eenheden van rundvlees geproduceerd. Hierbij wordt wel aangenomen dat een bepaald stuk landbouwgrond dezelfde productiemogelijkheden heeft voor voedsel met dezelfde voedingswaarden. Verder wordt er ook gesteld dat de veehouderij voor meer vervuiling verantwoordelijk is dan vervoer wereldwijd.[6]
Verschillende studies tonen verder aan dat dierlijke producten een grotere ecologische voetafdruk hebben dan plantaardige producten.[1] [5] Een veganistisch, plantaardig landbouwsysteem zou kunnen bijdragen aan het herstellen van ecosystemen. Wereldwijd zou dan tussen de 330 en 550 gigaton aan koolstofdioxide verwijderd worden.[1] In Nederland heeft vlees- en zuivelproductie een significant effect op het milieu als het gaat om broeikasgasemissies.[7] Het consumeren van eiwitten uit enkel een veganistisch dieet zou landgebruik tot 37% verminderen ten opzichte van het nationale landoppervlak. Een compleet veganistisch dieet zou ook resulteren in de grootste afname van de uitstoot van broeikasgassen en landgebruik.[7]

Foto gemaakt in een Nederlandse stal met zuivelwinkel
Plantaardige landbouw
De verschuiving naar een toenemend plantaardige landbouw veroorzaakt sociale en economische kosten, al zijn milieuvoordelen waarschijnlijk groter. Er is een studie die de economische voordelen van een veganistisch dieet berekende. Dit wordt uitgedrukt in de ‘maatschappelijk kosten van CO2’, wat oploopt tot 570 miljard Amerikaanse dollar per jaar in 2050.[8] De algehele economische voordelen van de verschuiving naar plantaardige voedselconsumptie kan gelijk zijn aan 0,4 tot 13% van het wereld bruto binnenlands product in 2050. Uiteraard zijn er onzekerheden binnen deze berekeningen en kunnen de voordelen verschillen per wereldregio. In de meer ontwikkelde landen kan winst vooral worden behaald door veranderende voedselpatronen per inwoner.[8]
Desondanks is het veranderen van voedselpatronen een essentiële actie tegen klimaatverandering. Een dergelijke verandering impliceert vooral een verschuiving van vlees, eieren en zuivel naar meer fruit, groenten, noten en peulvruchten. Daarnaast heeft het consumeren van plantaardige vleesvervangers ook mogelijk milieuvoordelen. Uit een levenscyclusanalyse* van de Beyond Burger bleek dat dit plantaardige vlees leidt tot minder uitstoot van broeikasgassen. Ook heeft deze burger minder impact op het gebruik van land, water en energie.[9]
Twee groepen onderzoekers stellen dat voor veganistische vleesvervangers, en plantaardige eiwitten in het algemeen, het broeikaseffect en landgebruik minder groot is in vergelijking tot verschillende soorten vlees, eieren, bepaald zeevoedsel en zuivel (met name kaas).[3] [7]
Kweekvlees
Wat betreft voedselconsumptie is het ook mogelijk om milieuproblemen tegen te gaan met kweekvlees. Dit houdt een technologisch proces in zonder dat dieren op grote schaal gebruikt worden. In technische termen: het gaat om “het kweken van spierweefsel in een drager in een grote bioreactor”.[10] [11] Niet alleen voorkomt het de ethische kwestie van het slachten van dieren op grote schaal, het kan ook bijdragen aan voedselzekerheid wereldwijd.[10] [11]
In de context van Europa, en afhankelijk van het specifieke type kweekvlees, kunnen milieuvoordelen resulteren in: “ongeveer 7-45% minder energiegebruik, 78-96% minder uitstoot van broeikasgassen, 99% minder landgebruik en 82-96% minder watergebruik”.[12] Uit een ander onderzoek blijkt meer algemeen dat kweekvlees, in vergelijking tot traditioneel vlees, kan leiden tot een maximale reductie van 80-90% van broeikasgasemissies en land- en watergebruik.[10]
Ook al is het mogelijk om te zorgen voor kweekvlees met juiste voedingsstoffen, het probleem op de korte termijn is vooral hoge investeringskosten.[10] [11] Desalniettemin kunnen deze kosten gecompenseerd worden door voordelen op de lange termijn voor het milieu en voedselzekerheid voor de groeiende wereldbevolking.

Foto gemaakt in een Nederlandse zichtstal
De stikstofcrisis
In 2019 ervaarde Nederland het begin van de stikstofcrisis, die begon nadat de Raad van State een nieuw beleid tegen stikstofvervuiling eiste.[13] [14] Na deze uitspraak werden verschillende maatregelen voorgesteld door politici, inclusief het plan om de veestapel te halveren. Dit wekte woede op onder boeren, die begonnen met grootschalige protesten in oktober van hetzelfde jaar. Boeren waren ook ontsteld aangezien de landbouw publiekelijk werd erkend als de voornaamste bijdrager aan stikstofdepositie.[13] [15]
Stikstofdepositie is een vorm van vervuiling, waarin meer stikstofoxiden en ammoniak vrijkomen dan de natuur aankan. Aan de ene kant draagt de landbouw – en met name de veehouderij – vooral bij aan stikstofdepositie. Aan de andere kant dragen de transport-, industrie- en energiesectoren vooral bij aan stikstofvervuiling, maar dan in de vorm van verminderde luchtkwaliteit en broeikasgasuitstoot.[15] [16] Een boerenorganisatie beweerde eerst dat het aandeel van de landbouw in stikstofdepositie lager was (25% in plaats van 46%). Later werd deze bewering ingetrokken aangezien er fouten waren gemaakt in de berekeningen.[17]
Stikstof zelf is essentieel voor leven op aarde, maar het wordt vervuilend als het reactief is. Dit is het geval bij bepaalde stikstofverbindingen zoals ammoniak. Sommige verbindingen zijn effectiever in het vasthouden van hitte dan CO2. Die dragen daardoor meer bij aan klimaatverandering[18] [19] Een overdadige hoeveelheid aan stikstof als het gevolg van menselijke handelingen, in de vorm van uitstoot, verstoort de natuurlijke cycli van elementen die onderdeel zijn van het broeikaseffect.[20]
De Nederlandse regering wilde stikstofvervuiling aanpakken met het Programma Aanpak Stikstof, totdat geoordeeld werd dat het onvoldoende was voor natuurbescherming. Volgens een advocaat op het gebied van Omgevingsrecht had de regering strenger moeten zijn in het eisen van verminderde vervuiling door de landbouw en door de werkelijke kosten van dierlijke producten door te rekenen.[16] Ook al is het voorstel van een kleinere veestapel controversieel binnen de agrarische sector, sommige veehouders zijn het er wel mee eens. Op het eiland Schiermonnikoog beogen zeven zuivelboeren een afname van 35%.[21] Als tegenprestatie zouden ze financiële compensatie krijgen en mag hun rundvee in beschermde natuurgebieden grazen. Afgezien van bureaucratische problemen, zou deze visie zorgen voor een lokale en duurzamere zuivelproductie.[21]
* Levenscyclusanalyse (Engels: Life cycle assessment; LCA): een methode om te bepalen welke gevolgen een product heeft op het milieu. Dit betreft alle stappen: van het winnen van grondstoffen tot productie en afvalverwerking.
Nawoord Animal Save Nederland:
Zoals je ziet zijn er talloze redenen om een vegan levensstijl te omarmen. Om de transitie naar een plantaardig voedselsysteem te versnellen kun je de Plant Based Treaty ondertekenen.
Eerder verscheen het artikel De veehouderij en menselijke gezondheid van Daniël op ons blog. Meer artikelen in deze reeks volgen binnenkort.
Bronnen
[1] Hayek, M.N., Harwatt, H., Ripple, W.J., Mueller, N.D. (2020). The carbon opportunity cost of animal-sourced food production on land. Nature Sustainability, 4, 21-24. [2] Post, P.M., et al. (2020). Effects of Dutch livestock production on human health and the environment. Science of the Total Environment, 737(139702), 1-15. [3] Nijdam, D., Rood, R., Westhoek, H. (2012). The price of protein: Review of land use and carbon footprints from life cycle assessments of animal food products and their substitutes. Food Policy, 37, 760-770. [4] Shepon, A., Eshel, G., Noor, E. & Milo, R. (2018). The opportunity cost of animal-based diet exceeds all food losses. Proceedings of the National Academy of Sciences, 115(15), 1-6. doi: 10.1073/pnas.1713820115. [5] Xu, X. & Lan, Y. (2016). A comparative study on carbon footprints between plant- and animal-based foods in China. Journal of Cleaner Production, 112, 2581-2592. [6] Eisler, M.C., et al. (2014). Steps to sustainable livestock. Nature, 507, 32-34. doi: 10.1038/507032a. [7] Blonk, H., Kool, A., Luske, B., de Waart, S. (2008). Environmental effects of protein-rich food products in the Netherlands: Consequences of animal protein substitutes. [8] Springmann, M., Godfray, H.C.J., Rayner, M., Scarborough, P. (2016). Analysis and valuation of the health and climate change cobenefits of dietary change. PNAS, 113(1), 4146-4151. [9] Heller, M.C., Keoleian, G.A. (2018). Beyond Meat’s Beyond Burger Life Cycle Assessment: A detailed comparison between a plant-based and an animal-based protein source. CSS Report, University of Michigan: Ann Arbor 1-38. [10] Bhat, Z.F., Kumar, S. & Bhat, H.F. (2017). In vitro meat: A future animal-free harvest. Critical Reviews in Food Science and Nutrition, 57(4), 782-789. [11] Hocquette, J-F. (2016). Is in vitro meat the solution for the future? Meat Science, 120, 167-176. [12] Tuomisto, H.L. & De Mattos, J.T. (2011). Environmental Impacts of Cultured Meat Production. Environ. Sci. Technol., 45(14), 6117-6123. [13] RTL Nieuws Klimaatpanel (2019). Waarom zijn de boeren boos? Dit zijn de redenen. Retrieved on: May 27, 2020. [14] Terlingen, B. (2019). De grote stikstofworsteling van de politiek: ‘We moeten het nu zorgvuldig doen’. Retrieved on: May 27, 2020. [15] RIVM (n.d.). Stikstof. Retrieved on: May 27, 2020. [16] Feltz, G.C.W. van der (2015). Programma Aanpak Stikstof ter inzage: Spanning tussen natuur en economie. Tijdschrift voor Omgevingsrecht 2. doi: 10.5553/TO/156850122015015002002 [17] Braakman, J. (2020). Stikstofcijfer Mesdagfonds klopt niet. Retrieved on: May 27, 2020. [18] Kanter, D.R., Zhang, X. & Mauzerall, D.L. (2014). Reducing Nitrogen Pollution while Decreasing Farmers’ Costs and Increasing Fertilizer Industry Profits. Journal of Environmental Quality 44, 325-355. doi:10.2134/jeq2014.04.0173. [19] Ng, E.L., Chen, D., Edis, R., Lang, X. (2017). Nitrogen pollution: the forgotten element of climate change. Retrieved on: May 27, 2020. [20] Gruber, N. & Galloway, J.N. (2008). An Earth-system perspective of the global nitrogen cycle. Nature, 451, 293-296. [21] Sol, M. (2019). Kringloopboeren Schiermonnikoog hebben eigen oplossing stikstofprobleem, maar Brussel gooit roet in het eten. Retrieved on: May 27, 2020.
Kopfoto: cottonbro
Recente artikelen
Op onze 6e verjaardag hebben we 6 levens gered
Vandaag 20 november bestaat onze Nederlandse stichting precies zes jaar. Deze dag stonden we de kippen bij tijdens onze Epe Chicken Save. Bij dit slachthuis krijgen we de tijd en ruimte om de dieren in de transportwagens te zien en op beeld vast te leggen. Hier worden...
Loop met ons mee tijdens de Klimaatmars!
Op zondag 12 november lopen wij mee met de Mars voor Klimaat en Rechtvaardigheid, georganiseerd door de Klimaatcrisis Coalitie. De mars start om 13:00 uur op de Dam in Amsterdam en zal eindigen op het Museumplein met een podiumprogramma. Met een grote verscheidenheid...
Deze drie sprekers wil je niet missen!
Op zaterdag 28 oktober vieren wij het (inmiddels ruim) tweejarig bestaan van de Plant Based Treaty. Dat doen we met een geweldige line-up aan sprekers. Tobias Leenaert, Lenneke van Gaal en Steven George komen vertellen waarom het zo belangrijk is om voedselsystemen op...
MENU
INFO
FOTOGRAFIE
Ronald Blom
Wohtek Hubar
Alfons Spoler
Stefan van Bohemen
Dani Rosenkamp
Daniël